Statenvertaling
Zo sprak dan Jónathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zeide tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn.
Herziene Statenvertaling*
En Jonathan sprak met zijn vader Saul goed over David en zei tegen hem: Laat de koning niet zondigen tegen zijn dienaar David. Hij heeft immers niet tegen u gezondigd, en wat hij doet is heel goed voor u.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen sprak Jonatan tot zijn vader Saul goed van David en zeide tot hem: De koning bezondige zich niet aan zijn knecht David, want hij heeft zich aan u niet bezondigd; integendeel, wat hij gedaan heeft, is u zeer ten goede gekomen:
King James Version + Strongnumbers
And Jonathan H3083 spake H1696 good H2896 of David H1732 unto H413 Saul H7586 his father, H1 and said H559 unto H413 him, Let not H408 the king H4428 sin H2398 against his servant, H5650 against David; H1732 because H3588 he hath not H3808 sinned H2398 against thee, and because H3588 his works H4639 have been to thee-ward very H3966 good: H2896
Updated King James Version
And Jonathan spoke good of David unto Saul his father, and said unto him, Let not the king sin against his servant, against David; because he has not sinned against you, and because his works have been toward you very good:
Gerelateerde verzen
1 Samuël 20:32 | 1 Korinthe 8:12 | 1 Samuël 22:14 | 2 Kronieken 6:22 | Spreuken 31:8 - Spreuken 31:9 | Psalmen 35:12 | Genesis 42:22 | Jeremía 18:20 | Spreuken 17:13 | Psalmen 109:4 - Psalmen 109:5 | 1 Johannes 3:15 | Genesis 9:6 | Spreuken 24:11 - Spreuken 24:12 | 1 Samuël 2:25